De bergen oude kleren groeien massaal en worden grotendeels vernietigd in plaats van te worden gerecycled en teruggegeven aan de textielindustrie. Oud textiel is een waardevolle grondstof die kan worden hergebruikt. imat-uve werkt samen met een Duits-Nederlands projectconsortium aan een industriële oplossing voor het recyclen van oude kleding van gemengde vezels. De gerecyclede garens zijn vooral bedoeld voor toepassingen in de autoindustrie. 1,01 miljoen ton textiel, oude kleren en nieuwe kledingstukken die nooit zijn gedragen, komen jaarlijks in Duitsland bij het vuilnis terecht (bron: BSVE). Tot nu toe is het niet mogelijk om deze hoeveelheden oud textiel op een hoogwaardige manier te verwerken. Het meeste textiel wordt verbrand of verwerkt tot non-wovens van lage kwaliteit. Het voornaamste probleem zijn de verschillende componenten van de kleding, die in de meeste gevallen niet van zuivere maar van gemengde vezels zijn gemaakt. Dit gaat vanaf nu veranderen. Het engineering- en ontwikkelings bedrijf imat-uve ontwikkelt samen met een consortium van partnerbedrijven een mechanisch recyclingproces waarbij gebruikt textiel van gemengde vezels wordt gerecycled voor onder andere het gebruik in het interieur van voertuigen. Eerdere recyclingbenaderingen volgen meestal chemische processen en kunnen daarom niet als volledig duurzaam worden beschouwd. 


Mechanisch recyclingproces zonder chemicaliën

Door het optimaliseren van het recyclingproces kunnen de gemengde vezels zeer fijn worden versnippert en verwerkt tot een bijzonder zacht, uniform mengsel tijdens de voorbereiding op het spinnen. Dit vormt de beste basis voor het spinnen. De hoogwaardige garens die hier uit voortkomen (Nm15 en Nm28) kunnen verwerkt worden en voldoen aan veel gestelde industriële eisen. In de test fases van het project zijn inmiddels 12 garen kwaliteiten in verschillende mengverhoudingen gesponnen. Alle benaderingen van het spinnen, zowel in de test labs als op industriële spinmachines, hebben tot zeer goede resultaten geleid. De grondstof voor de productie van de garens bestaat uit gesorteerde gebruikte werkkleding (gemaakt van 60 procent polyester en 40 procent katoen) en oude kleding (gemaakt van onbekende vezelmengsels) en ruwe polyester.


Textiel wat voldoet aan de industriële vereiste

Met de gerecyclede garens heeft Imat-uve verschillende textiele ontwikkeld. Het weefproces laat een uitstekend resultaat zien. Zelfs garens van 100 procent gemengde vezels kan zonder complicaties industrieel worden geweven, zonder draadbreuken en met zeer geringe vezel slijtage. Deze gewoven textiele hebben de standaardtests voor de auto industrie, waarbij hoge eisen worden gesteld aan de duurzaamheid en het comfort van het textiel, zeer goed doorstaan. Zo werd de Martindale-test gebruikt om een veerkracht van ten minste 50.000 toeren te certificeren op het gebied van slijtagegedrag. Ook de aangepaste Martindale-testen voor interne en externe pilling en hot-light-veroudering leverden goede resultaten op. De prognose voor de huidige stoffen suggereert nog meer veelbelovende test resultaten in de volgende testserie. De project partners kijken uit naar de verdere weefproeven die in de nazomer van 2020 worden verwacht, waarbij garens van 100 procent gemengde vezels niet alleen als inslag, maar ook als kettingdraden worden verwerkt. Een garen, gesponnen met openend technologie. in een gauge van Nm28/2 zal in de volgende testserie worden gebruikt als een scherings variant. Het recyclen van deze gemengde vezel biedt ook kansen voor uiteenlopende dessins en textiel ontwerpen. De natuurlijke menging van materialen en kleuren in de grondstof resulteert in aantrekkelijke kleurschakeringen. Speciale kleursamenstellingen zijn ook mogelijk door gerichte voorsortering van de oude kleding.


Een belangrijke stap voor textielindustrie in grensstreek Duitsland – Nederland

Naast imat-uve bestaat het projectconsortium uit de partners C2C ExpoLab, FBBasic, Stichting Texperium en Trützschler. Het project wordt ondersteund door de Europese Unie in het kader van het INTERREG-programma Duitsland-Nederland en wordt medegefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken van Noordrijn- Westfalen (MWIDE NRW), het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de provincies Limburg en Overijssel. De eisen van de automobielindustrie worden beschouwd als de hoogste doelen van de toepassing, maar de ontwikkelde garens moeten ook beschikbaar worden gesteld aan andere sectoren zoals architectuur, interieur en mode. In de zin van een circulaire economie met Cradle to Cradle (C2C) principes heeft het gezamenlijke project tot doel de CO2-voetafdruk van textiel te verminderen en de textielindustrie in de RijnMaasregio te versterken. De proces- en productinnovatie moet worden gebruikt om de textielindustrie in het grensgebied tussen Duitsland en Nederland te vestigen als innovatieleider op het gebied van gemengde vezelrecycling en textielrecyclingbeheer. 


Mechanische recycling van gebruikt textiel

Bijna heel Nederland is als risicogebied geclassificeerd. Vanaf gisteren (7 oktober) is de provincie Limburg aan deze lijst toegevoegd. Vanuit Duits oogpunt is alleen Zeeland geen risicogebied.


In Duitsland moeten mensen die het land binnenkomen vanuit risicogebieden in de regel 14 dagen in huiselijke quarantaine verblijven. De details van de uitvoering en de uitzonderingen worden bepaald door de deelstaten. Hier vindt u de regels voor bezoeken vanuit Nederland aan Noordrijn-Westfalen of vanuit deze deelstaat aan Nederland. Voor de andere deelstaten verwijzen wij u naar de websites van de desbetreffende deelstaten.


Wat geldt als u in NRW woont en naar de Nederlandse risicogebieden reist?

De deelstaat NRW verstrekt op een speciale corona informatiepagina uitgebreide informatie. Hier wordt erop gewezen dat in principe iedereen die Noordrijn-Westfalen binnenkomt vanuit een risicogebied de plicht heeft om zich te melden bij de verantwoordelijke gezondheidsautoriteit. Deze melding kan schriftelijk, digitaal of telefonisch worden gedaan.


Sinds 7 oktober is de meldplicht vereenvoudigd: grenspendelaars en familieleden die om familieredenen de grens oversteken, moeten zich bij binnenkomst vanuit een risicogebied bij de verantwoordelijke lokale gezondheidsdienst melden. Personen die om deze twee redenen regelmatig naar een risicogebied reizen of die vanuit een risicogebied Noord-Rijnland-Westfalen binnenkomen, hoeven dit voortaan maar één keer te melden. Voor korte verblijven wordt de meldplicht bij het de lokale gezondheidsautoriteit met ingang van 7 oktober afgeschaft.  


Als er geen Covid-19 symptomen zijn, zijn in NRW de volgende redenen vrijgesteld van de quarantaineverplichting bij terugkeer uit een risicogebied:


  • Grenspendelaars, als zij tot 5 dagen naar een risicogebied reizen om dwingende beroepsredenen of om onderwijsredenen, of als zij uit een risicogebied komen, Noord-Rijnland-Westfalen binnenkomen.
  • Schoolbezoek: kinderen die in Nederland naar school gaan en dagelijks weer terug naar huis gaan in Duitsland.
  • Bepaalde familiaire redenen voor grensoverschrijdingen: U kunt maximaal 3 dagen naar een risicogebied of vanuit een risicogebied naar NRW reizen om speciale sociale of familiaire redenen (bijv. gedeelde voogdij, bezoek van levenspartners, eerste- en tweedegraads familieleden, enz.).
  • Dringende medische behandeling: Ook tot 3 dagen.
  • Bijstand of verzorging van personen die verzorging of bijstand nodig hebben, opvang/verzorging van kinderen: ook tot drie dagen.
  • Begrafenissen en crematies, deelname aan burgerlijke of religieuze huwelijken: ook tot drie dagen.
  • Korte verblijven:  Tot 24 uur kan men in het kader van het zogenaamde “klein grensverkeer” (bijv. voor boodschappen of tanken) naar een risicogebied reizen of vanuit een risicogebied Noord-Rijnland-Westfalen binnenkomen.


Bovendien is de quarantaineverplichting niet van toepassing bij doorreis door Noordrijn-Westfalen (zonder overnachtingen).


Daarnaast is de quarantaineverplichting niet van toepassing als er een negatieve coronatest is, die niet meer dan 48 uur voor binnenkomst is uitgevoerd. Een test kan ook in Duitsland worden gedaan. De quarantaineregels moeten echter worden nageleefd totdat het testresultaat beschikbaar is. Reizigers die terugkeren uit risicogebieden kunnen zich momenteel gratis laten testen op het coronavirus op vier luchthavens in Noordrijn-Westfalen. Het testresultaat kan meestal binnen drie dagen online worden bekeken. 


Wat geldt er als u vanuit de Nederlandse risicogebieden naar Noordrijn-Westfalen reist?


Als u niet onder de bovenstaande uitzonderingen op de quarantaineverplichting valt (kort verblijf, grenspendelaars, studenten, bepaalde familiebezoeken, enz.), moet u in quarantaine. 


Als u niet in quarantaine hoeft te gaan, moet u zich melden bij de verantwoordelijke gezondheidsinstantie. Bij sommige gezondheidsinstanties kunt u dit digitaal doen, bij andere moet u bellen. Als u in NRW bent voor een kort verblijf van minder dan 24 uur, hoeft u zich niet te melden bij de lokale gezondheidsautoriteit.


Het kan nuttig zijn voor grensarbeiders om een verklaring van hun werkgever te hebben dat zij in Duitsland werken. U kunt zo’n verklaring hier downloaden. Dit voorkomt wachttijden tijdens een eventuele grenscontrole.


Meer informatie vindt u hier:

Corona infopagina van de deelstaat NRW

– Telefoon van de Informatielijn Corona van de staat NRW: 0049 211 9119-1001

– Huidige Coronaeinreiseveordnung NRW, geldig vanaf 7 oktober 2020

Moswand.eu gaat binnen het voucherprogramma van het Healthy Building Network de akoestische werking van mospanelen onderzoeken. Het onderzoek is een grensoverschrijdende samenwerking met AkustikTeam GmbH uit het Duitse Korsenbroich.


Hogere productiviteit en minder ziekteverzuim

De laatste jaren heeft Moswand.eu zich gespecialiseerd in “groen en mensen”. Er zijn reeds onderzoeken die aantonen dat leven of werken in een ruimte met mos goed is voor de mentale en fysieke gezondheid van de mens. Mensen voelen zich prettig met mos in de binnenruimte. Mos verbindt mensen met de natuur en de natuur zorgt voor minder stress. Het plaatsen van mosproducten in het interieur geeft een gevoel van welbehagen. Dit resulteert volgens onderzoek van de University of Exeter in een hogere productiviteit (maar liefst 15% stijging) en minder ziekteverzuim dan wanneer er geen groen aanwezig is.


Onderzoek naar akoestische werking

Ook dragen de mosproducten bij aan een goede akoestiek in de ruimte. “Vanuit architecten wordt veel gevraagd naar de eigenschappen en voordelen van mos op de akoestiek. Geluid (galm) is immers regelmatig een probleem in gebouwen”, aldus John Custers, eigenaar van Moswand.eu. Custers wil daarom kwantitatief maken wat de toegevoegde waarde is van zijn mosproducten. Binnen het onderzoek wordt het effect van rendiermos (zowel geniet op een houten plaat als bevestigd op kurk), platmos, bolmos en moskorven gemeten. Van iedere proefopstelling wordt een wand van minimaal 10 m2 in een officieel erkende galmruimte gezet. Met de beschikbare meetapparatuur van AkustikTeam GmbH worden geluidstesten uitgevoerd en kan er een kwantitatief beeld verkregen worden van de geluiddempende werking per specifieke mossoort. Deze zijn al geprepareerd mos, waarvoor geen irrigatie nodig is. De resultaten van de meting zijn binnenkort beschikbaar.


Voucherregeling Healthy Building Network

Het onderzoek wordt uitgevoerd binnen de voucherregeling van het de Duits-Nederlandse samenwerking Healthy Building Network (HBN). Het Healthy Building Network wordt in het kader van het INTERREG-programma Deutschland-Nederland uitgevoerd en door de Europese Unie, met het Ministerie van Economische zaken NRW en de provincie Limburg financieel ondersteund. De voucherregeling helpt MKB bedrijven met innovatievouchers, om zo hun innovatie (omtrent gezond bouwen) te realiseren. In de praktijk blijkt vaak dat veel bedrijven een gebrek hebben aan netwerk, tijd en middelen om in contact te komen met de juiste partijen voor kennis en specialisme rondom gezonde gebouwen. Hier wil het HBN bij helpen. Met een voucher kan een MKB-bedrijf een kennispartner, aan de andere kant van de grens, inhuren om een innovatievraag op het gebied van gezond bouwen te beantwoorden. Dit draagt bij aan meer gezonde gebouwen in de euregio rijn-maas noord.   


 

Sinds 1 januari dit jaar is MKB-Limburg lid van de euregio rijn-maas-noord. “We zullen altijd pleiten voor de euregio, omdat Limburg midden in de euregio tussen Duitsland en België ligt. Zeker in de coronacrisis is het belangrijk dat de euregio steeds meegenomen wordt in de besluitvorming,” zegt voorzitter Monique Princen in het kennismakingsgesprek met directeur Maike Hajjoubi, INTERREG-programmamanager Martijn Spaargaren en perswoordvoerder Michiel Savelsbergh van de euregio.


Lobbyen als belangrijkste taak

MKB-Limburg heeft zo’n 1.400 leden en vertegenwoordigt alle branches in het Limburgse bedrijfsleven. “Lobbyen met gemeenten, de provincie en in Den Haag is onze belangrijkste taak. We hebben direct contact met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en ook met de verschillende gedeputeerden. Op gemeentelijk niveau vindt de vertegenwoordiging plaats op regionaal niveau. Gijs Hendrikx is voorzitter van de regio Noord-Limburg en zit ook in het bestuur van de euregio in Mönchengladbach,” vertelt Monique die samen met haar man een carrosseriebouwbedrijf heeft in Weert en tevens in het hoofdbestuur van MKB-Nederland zit.


GrensInfoPunt

Kennisoverdracht en het verbinden van ondernemers is eveneens een belangrijke taak voor MKB-Limburg. “We doen dat met workshops en bijeenkomsten, maar ook met online seminars waarvoor we businesspartners inschakelen. Sinds de coronacrisis spelen sociale media, onze website en het digitale ondernemersplatform een sleutelrol. We krijgen en beantwoorden op het platform veel vragen van niet MKB-leden. Grensoverschrijdende thema’s komen hierbij aan de orde, met name op het gebied van verschillen in wet- en regelgeving binnen de euregio van werknemers uit België en Duitsland die hier werken. Maike herkent dit beeld vanuit de sterk toegenomen vraag bij het GrensInfoPunt (GIP) dat er speciaal is voor grenspendelaars: “Het GIP in Mönchengladbach houdt maandelijks spreekuren bij het UWV in Roermond en Venlo, maar is ook online en telefonisch bereikbaar. We willen dit graag bekender maken bij de ondernemers, zodat de MKB-Limburg-leden hier meer gebruik van kunnen maken.” Afgesproken wordt om de website https://grenzinfo.eu/rmn/nl/ bekend te maken via de kanalen van MKB-Limburg. Ook neemt het GIP deel aan de beurs Limburg Leads voor euregionale werkgevers op 19 en 20 mei 2021 in het MECC in Maastricht.


INTERREG-subsidie

“Ondernemers kunnen bij de euregio ook informatie krijgen over subsidies voor grensoverschrijdende projecten in het kader van het INTERREG-programma. Voor zogeheten mini-projecten, bijvoorbeeld een uitwisseling tussen Duitse en Nederlandse ondernemers, is hiervoor 1.000 euro beschikbaar,” aldus Martijn.


MKB-Limburg voorzitter Monique Princen (links) met euregio directeur Maike Hajjoubi

De steden Krefeld, Mönchengladbach en Venlo, evenals de Hochschule Niederrhein en Fontys Venlo willen de euregio rijn-maas-noord profileren als een grensoverschrijdende onderwijsregio. In een enquête (PDF) is aan de inwoners van de drie steden gevraagd naar hun perceptie van hun stad als studentenstad.


Het INTERREG-project “euregio campus-Limburg/Niederrhein”, dat tot eind 2021 loopt, wordt met 1,8 miljoen euro gefinancierd door de EU, de deelstaat Noordrijn-Westfalen en de provincie Limburg. De eerste stap is de gezamenlijke marketing van de grensoverschrijdende, euregionale onderwijs- en kennisregio. Meer informatie op https://cleverland.eu/. “Studenten zijn snel in het betreffende buurland en kunnen daar interculturele ervaring opdoen”, zegt professor Dr. Rüdiger Hamm, hoofd van het Niederrhein Instituut voor Regionaal- en Structuuronderzoek (NIERS) van de Hochschule Niederrhein en tevens projectmanager in het bestuursverslag 2019 van de hogeschool.


De Hochschule Niederrhein heeft ongeveer 14.200 studenten, waarvan zo’n 8.000 in Mönchengladbach en 6.000 in Krefeld. Fontys Venlo telt er ca. 4.000.

Donderdag 16 juli zijn op de markt in Roermond de eerste SHAREuregio Unplug & Go voertuigen onthuld. Twee jaar geleden sloegen de euregio samen met Venlo, Roermond, de Kreis Viersen en Mönchengladbach de handen ineen om een duurzaam en grensoverschrijdend e-car en e-bikesharingsysteem te realiseren met financiële steun van de EU, de Provincie Limburg, Nordrhein Westfalen en projectpartners. Het is het eerste grensoverschrijdende e-mobiliteit project. De laadpassen en de smartphone-app om het voertuig bijvoorbeeld mee te openen en te reserveren zijn bruikbaar in zowel Nederland als Duitsland. 


Green Deal

“Het project kost 2,8 miljoen euro, waarvan 77% uit het INTERREG-programma komt. Het past goed binnen onze toekomstvisie en het nieuwe Interreg VI-programma waarin groene projecten en circulaire economie centraal staan binnen de Green Deal,” zegt Maike Hajjoubi, directeur van de euregio rijn-maas-noord. Wethouder Rens Evers van Roermond onthulde samen met twee ondernemers uit die stad de eerste voertuigen. Ook zijn er vier e-bikes in gebruik genomen. De verbeterde reikwijdte van elektrische auto’s tot boven de 300 kilometer heeft een belangrijke impuls gegeven. 


Ook in Duitsland

Marielle Lauschke, verantwoordelijk voor mobiliteitsmanagement in Mönchengladbach, haar collega Rafael Lendzion van de Wirtschaftsförderung uit die stad en Daniela Kolb van de Kreis Viersen, zijn ook naar Roermond gekomen. Later zullen ook in Duitsland voertuigen en e-bikes in gebruik worden genomen. Het project richt zich in eerste instantie op ondernemers. Zodra zij zich aanmelden, wordt er een laadpunt en een of meerdere voertuigen bij hun bedrijf geplaatst. Particulieren kunnen deze voertuigen daarna buiten kantooruren en in het weekend gebruiken. In totaal zijn er 40 elektrische auto’s en 40 elektrische fietsen beschikbaar aan beide kanten van de grens. Meer op www.shareuregio.eu


De GGD Limburg-Noord, GGD Zuid-Limburg, de ‘Gesundheitsämter’ van de Kreis Viersen, de Rhein-Kreis Neuss en de steden Düsseldorf, Mönchengladbach en Krefeld, euPrevent en EPECS (European Patients Empowerment for Customised Solutions) gaan kennis uitwisselen en de communicatie verbeteren naar aanleiding van de coronacrisis. 


Bij de uitbraak van het coronavirus is gebleken, dat de gezondheidsdiensten aan beide kanten van de Nederlandse en Duitse elkaar niet goed kennen. Het doel is kennis uit te wisselen over thema’s als overdraagbare ziekten, zoals COVID-19, mazelen en griep, over de gezondheid van jeugd, moeilijk te bereiken doelgroepen en migranten. Thema’s die goed aansluiten bij de Sociale Agenda van de Provincie Limburg. Er worden workshops, studiedagen, burgerforums en stages voor professionals georganiseerd.


Het project Sustainable Healthy Euregio (SHE) krijgt twee jaar lang Europese subsidie uit het INTERREG Deutschland-Nederland programma van de euregio rijn-maas-noord, de Provincie Limburg, en het Ministerie van economische zaken van Noordrijn-Westfalen. Het initiatief voor SHE is genomen door de euregionale kennismakelaar euPrevent in opdracht van de Provincie Limburg. Doel is het realiseren van een duurzame samenwerking tussen beide landen. 


Meer informatie is te vinden op www.euprevent.eu/nl/she/

De INTERREG-commissie van de euregio rijn-maas-noord heeft zes nieuwe projecten goedgekeurd om de grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederland en Duitsland te bevorderen. De helft van de kosten dragen de projectpartners zelf bij; de andere helft, in totaal € 165.848,-, bestaat uit EU-subsidie.


Euregionaal gastronomisch instituut

Doel van dit INTERREG-project is een haalbaarheidsonderzoek naar de oprichting van een euregionaal gastronomisch instituut. Hier kunnen toprestaurants nieuwe topkoks en bedienend toppersoneel opleiden, waarbij het koken met regionale producten en gastvrijheid centraal staan. In het voorjaar van 2021 wordt een groot symposium georganiseerd voor de culinaire sector uit de drielandenregio met sprekers uit Frankrijk en de Verenigde Staten, waar al gastronomische instituten bestaan. De euregio wil zich als gezonde en toeristisch aantrekkelijke regio profileren en aansluiten bij de trend naar gezond en lekker eten met streekproducten.


Euregionale Wirtschaftskraft

Hoeveel Nederlands en Duitse bedrijven zijn er in de euregio rijn-maas-noord en hoe hoog is het bruto binnenlands product op euregionaal niveau? Doel van dit INTERREG-project is gegevens te verzamelen die de economische kracht van de grensoverschrijdende euregio laten zien. Dit is belangrijk voor het aantrekken van bedrijven, de arbeidsmarkt en de politieke lobby richting Den Haag en Düsseldorf. Aan het eind van het project is er een seminar en worden de resultaten van het onderzoek gevisualiseerd op een tweetalige website.


Jongeren en de coronatijd in het grensgebied

Hoe gaat het met jongeren in de grensregio na de coronacrisis? Is hun mediagedrag veranderd, is hun relatie tot familie en vrienden gewijzigd en gebruiken ze verdovende middelen of alcohol? In dit INTERREG-project wordt bij zo’n 2.500 leerlingen op 50 scholen in Noordrijn-Westfalen en de provincie Limburg online een enquête afgenomen. Hierin wordt ook gevraagd of de houding ten opzichte van het buurland is veranderd, omdat tijdens de coronacrisis de maatregelen in Nederland en Duitsland verschillend waren.


Natuur en cultuur tussen Rijn en Maas

Doel van dit INTEREG-project is de productie van drie wisselexposities in 2020 en het rouleren hiervan tussen Duitse en Nederlandse musea in 2021. Ze zijn bedoeld voor bezoekers met interesse voor natuur en cultuurhistorie in de euregio. Als eerste gaan het Biologische Station Krickenbecker Seen en Openluchtmuseum De Locht van start, daarna volgen tien andere museum-netwerkpartners. Ook de tweetalige website www.net-natuur-cultuur.eu krijgt een update.


Kwaliteitsoffensief Fietsallee langs de Noordervaart

De Noordervaart oftewel het Grand Canal du Nord werd in 1806 geïnitieerd door Napoleon om de Maas en de Rijn te verbinden. De Nederlandse en Duitse gemeenten willen de geschiedenis van dit kanaal sterker op de digitale kaart zetten in de groeiende fietstourismemarkt. De eerste versie van deze fietsroute dateert uit 2003. Nu worden eerst alle verkeerstechnische knelpunten in kaart gebracht, omdat het aantal wegen en voertuigen de afgelopen 17 jaar sterk is gestegen. Ook de burgers worden bij dit INTERREG-project betrokken om de kwaliteit van de fietsroute te verhogen.


Only 36 km to Paradise

De theaters van Krefeld – Mönchengladbach en Venlo liggen maar 36 kilometer uit elkaar. Toch weten ze maar 1% van de bezoekers van over de grens te bereiken. En dat terwijl het aanbod van opera en klassiek ballet in Duitsland groot is en dat van moderne dans en trance & urban culture juist in Nederland groter is. De theaters gaan voor het seizoen 2020/2021 een haalbaarheidsonderzoek voor structurele samenwerking uitvoeren en op basis daarvan een projectplan opstellen voor 2021-2025. Ook coproducties en programmering aan beide kanten van de grens zijn onderdeel van dit INTERREG-project.


“Duitse en Nederlandse tuinbouwbedrijven komen vaker samen om ervaringen uit te wisselen en beter gebruik te maken van de marketingmogelijkheden aan beide zijden van de grens. Dit betreft de gehele waardeketen,” zei burgemeester Hans-Josef Linßen van Straelen tijdens de bijeenkomst met Maike Hajjoubi, directeur van euregio rijn-maas-noord, in het stadhuis van Straelen.


Verantwoordelijke voor economische ontwikkeling Uwe Bons verwees naar het grensoverschrijdende project Agropole, dat tot doel heeft de grensoverschrijdende samenwerking in de landbouwsector te versterken. In het Agropole netwerk werken de vereniging Agrobusiness Niederrhein, Brightlands Campus Greenport Venlo en de Nederlandse gemeente Venray samen. Agropole wordt uitgevoerd in het kader van het INTERREG-programma Duitsland-Nederland en wordt medegefinancierd door de Europese Unie, het Ministerie MWIDE NRW en de Provincie Limburg.


Linßen ziet ook mogelijkheden om agro-business en toerisme beter te combineren. “Veel mensen komen naar Straelen vanuit het Ruhrgebied en rijden door het plaatselijke tuinbouwgebied en gaan over de grens naar Arcen. Het INTERREG-project ‘Venlo Fiets’ heeft ook al een grensoverschrijdende fietstocht naar Straelen gepland. Door de coronacrisis kon dit nog niet plaatsvinden.


Over het onderwerp bosbrandbestrijding, waarvoor in de zomer van 2018 in Straelen-Herongen brandbestrijdingshelikopters uit Nederland werden ingezet, zei Linßen: “Het Duits-Nederlandse INTERREG-project ‘Natuur- en bosbrandpreventie’ moet serieus worden voortgezet, zoals de recente ervaringen met de grensoverschrijdende bosbrand in het Meinweggebied tussen Roermond en Niederkrüchten hebben laten zien”.


De burgemeester wil ook betere oplossingen voor de huisvesting van seizoensarbeiders die in Nederland werken maar in Duitsland wonen. “We hebben al een uitwisseling gehad met de gemeente Horst aan de Maas. In Nederland gelden hogere normen voor de woonsituatie van uitzendkrachten dan in Duitsland. “De coronacrisis heeft het voor het publiek steeds duidelijker gemaakt dat mensen op de juiste manier gehuisvest moeten worden”, zegt Linßen.


Maike Hajjoubi benadrukte de mogelijkheid voor grenspendelaars om informatie te verkrijgen bij het GrensInfoPunt van de euregio rijn-maas-noord. Het UWV-arbeidsbureau in Venlo biedt onder andere een maandelijks Duitstalig spreekuur aan. Grenspendelaars kunnen ook informatie over deze en andere adviesdiensten krijgen via de website https://grenzinfo.eu.


Aan het einde van de bijeenkomst met de euregio was er goed nieuws over de EU-financiering van sport- en cultuurclubs of bijvoorbeeld de vrijwillige brandweer die een uitwisseling met een Nederlandse partner wil organiseren. “Via de euregio kan tot 1.000 euro worden aangevraagd voor zogenaamde miniprojecten”, aldus Maike Hajjoubi.

Burgemeester Hans-Josef Linßen en Maike Hajjoubi, directeur van de euregio, voor de Grüner Couch in Straelen.

“Bedrijven en burgers moeten nauwer worden betrokken bij de vakcommissies van de euregio. Praktische onderwerpen kunnen op deze manier worden gerealiseerd en dit hoeven niet altijd door de EU gefinancierde projecten te zijn”, zegt burgemeester Christian Wagner tijdens de eerste ontmoeting met Maike Hajjoubi in het stadhuis van Nettetal. Hij ziet de meerwaarde van de euregio rijn-maas-noord vooral als een open forum om het imago van de regio als één samenhangend gebied te versterken.


Cradle-to-Cradle

Wagner is sinds oktober 2004 burgemeester van de ‘Seenstadt’ aan de Niederrhein. Productiebedrijven, ‘value-added logistics’, toerisme, retail en landbouw zijn belangrijke onderwerpen – ook over grenzen heen. Er zijn al verschillende INTERREG-projecten uitgevoerd, bijvoorbeeld met het Biologische Station Krickenbecker Seen, of over thema’s zoals sportwedstrijden zonder grenzen, studentenuitwisselingen, gezondheid en cultuur. De stad is partner in Agrobusiness Niederrhein e.V., samen met steden als Kevelaer, Geldern en Straelen. De stad is ook lid van de Business Club Maas-Rijn en van het VVV-Venlo Netwerk, waar veel Duitse en Nederlandse bedrijven elkaar ontmoeten. Nettetal heeft zich wat betreft Cradle-to-Cradle laten inspireren door de gemeente Venlo. “We willen duurzaam groeien in het kader van de circulaire economie, waarbij het niet alleen gaat om de gemeentelijke gebouwen, maar om de hele stedelijke ontwikkeling. In dit project zijn we zelf de leadpartner”, zegt Wagner.


Versterking van het imago van één samenhangend gebied

Het zeventig hectare grote industrieterrein Nettetal-West, waarvan ongeveer de helft in ontwikkeling is, grenst direct aan Nederland en heeft sinds de Floriade 2012 een directe verbinding met de A61. Aanvankelijk werd het gepositioneerd als een grensoverschrijdend bedrijventerrein: “Maar de daadwerkelijke implementatie van een euregionaal imago was moeilijk. Er zijn nog steeds verschillen in het arbeidsrecht aan beide zijden van de grens, bijvoorbeeld op het gebied van de sociale zekerheid en de ziektekostenverzekering. Het GrensInfoPunt van de euregio is belangrijk voor individueel advies aan grenspendelaars over deze onderwerpen”, benadrukt Wagner. 


Levendigheid van Kaldenkerken

Wagner spreekt over de noodzaak van een “geleefde werkelijkheid” waarin bedrijven, studenten en burgers aan beide zijden van de grens contactpunten vinden om de toegevoegde waarde van de euregionale ligging beter te benutten. Hij ziet de regio als een onderwijslocatie voor hogescholen en voor gekwalificeerde werknemers die na hun studie in de regio blijven. “Ik zie de Fontys Hogeschool en de Hochschule Niederrhein als gelijkwaardige alternatieven. De levendigheid van Kaldenkerken is ook toegenomen door de vele Fontysstudenten die er wonen. Daarom is het belangrijk om het imago van een samenhangende regio en de economische uitwisseling te versterken”, is de overtuiging van Wagner. Ook wil hij samen met de gemeente Venlo verschillende mobiliteitsconcepten uitwerken, waaronder een fietspad van Venlo naar Krefeld via een oude spoorlijn in Nettetal.