Sinds 1 maart 2020 is Maike Hajjoubi directeur van de euregio rijn-maas-noord. Een kans die ze met beide handen heeft aangegrepen. In gesprek met Femke Hoebergen voor “Grenspost Düsseldorf” vertelt ze hoe de eerste maand in haar nieuwe functie is bevallen en welke uitdagingen op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking er volgens haar nog op stapel staan.


Waarom past deze baan zo goed bij u?

Samengevat in één zin: omdat mijn hart klopt voor grensoverschrijdende samenwerking. Voordat ik bij de euregio kwam werken, was ik zelf 16 jaar lang grenspendelaar. Ik woon al vanaf mijn geboorte in de euregio rijn-maas-noord, ken de Duitse en Nederlandse (zaken-)cultuur en spreek beide talen vloeiend. Ik heb ervaring met het leidinggeven aan multiculturele teams, ben pragmatisch en denk in kansen.


Wat zijn uw belangrijkste taken als directeur van de euregio rijn-maas-noord?

Als directeur vertegenwoordig ik de euregio rijn-maas-noord en help de leden van de euregio bij het behartigen van hun gezamenlijke belangen. Ik help bij het opzetten, ontwikkelen en uitvoeren van programma’s en projecten rondom grensoverschrijdende samenwerking. Ik maak me sterk voor de vergroting van de bekendheid van de euregio en haar activiteiten en breng mensen aan beide kanten van de grens in contact met elkaar. Daartoe onderhoud ik contacten met ministeries, verenigingen, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, provincies en andere partners. Ik coördineer de werkzaamheden van commissies en werkgroepen en ben verantwoordelijk voor het personele en financiële management van de euregio. 


Hoe bevalt uw baan tot nu toe? Hoe is uw eerste indruk?

De eerste indruk is erg positief. Ik heb een fijn, gemotiveerd team en interessante en afwisselende werkzaamheden. Als gevolg van de coronacrisis verloopt de inwerkperiode momenteel alleen wel iets moeizamer dan gepland. 


Welke onderwerpen zijn momenteel belangrijk voor de euregio rijn-maas-noord? 

Belangrijk zijn onderwerpen zoals de grensoverschrijdende arbeidsmarkt, met name in de zogeheten krapteberoepen. Ook grensoverschrijdende mobiliteit en infrastructuur zijn belangrijke thema’s op de agenda. Maar we zijn ook actief in de grensoverschrijdende onderwijssector. Het spreken van de buurtaal en het begrijpen van de cultuur van de ander vormt de basis voor succesvolle grensoverschrijdende samenwerking, die het beste al vroeg gelegd wordt. Met het project euregio-Xperience brengen we mbo-leerlingen bijvoorbeeld direct in contact met het buurland. Andere onderwerpen waarmee wij en de aangesloten gemeenten ons bezighouden zijn klimaatbescherming, milieu en energie, openbare orde, veiligheid, gezondheid en sociale zaken, cultuur en sport, bedrijfsleven, toerisme, communicatie en digitalisering.


Er is steeds meer belangstelling voor grensoverschrijdende samenwerking. Op 11 maart was er bijvoorbeeld een Algemeen Overleg over grensoverschrijdende samenwerking in de Tweede Kamer. Hoe ziet u deze ontwikkeling? 

Uiteraard heel positief. We zijn op de goede weg – heel goed zelfs. Helaas zijn er nog altijd te veel obstakels die bij de grensoverschrijdende samenwerking overwonnen moeten worden. De coronacrisis en de uiteenlopende (nationale) aanpak van de landen maken dit eens te meer duidelijk. We doen goed werk met veel inzet, en er is nog genoeg te doen. 


Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen voor de Nederlands-Duitse samenwerking?

Ik denk dat de grootste uitdaging voor de komende jaren vooral is om de positieve ontwikkelingen vast te houden en op alle politieke niveaus te blijven aanjagen. De samenwerking met het mkb is ook belangrijk om te waarborgen dat bedrijven nieuwe producten en diensten over de landsgrenzen heen kunnen ontwikkelen. Voor onze werkzaamheden is het belangrijk dat we beslissingen die de regio betreffen in de regio kunnen blijven nemen en er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om het groeiende aantal grensoverschrijdende initiatieven op passende wijze te kunnen steunen. Bijvoorbeeld in het nieuwe INTERREG-programma dat momenteel wordt voorbereid en waarvan de euregio partner is. 


Welke Nederlandse eigenschap weet u als Duitse het meest te waarderen?

Ik houd van het Nederlandse pragmatisme. Wij Duitsers maken alles altijd zo ingewikkeld. In dat opzicht kunnen we nog veel van onze buren leren. 


Waar kijkt u in uw nieuwe functie het meest naar uit? 

Naar de afwisseling, de vele inkijkjes in alle lagen van het openbare leven, en naar de kennismaking met veel nieuwe mensen die grensoverschrijdende samenwerking net zo’n warm hart toedragen als ik.