Wat is nou een goede vertaling van ‘Landlebenstadt’ ?, vraagt de delegatie uit Venray zich af bij haar bezoek aan Geldern op 21 juni. De Duitse partnerstad is vergelijkbaar met de gemeente Venray: een stadskern met daar omheen veel landelijk gebied met kleine kernen. Burgemeester Sven Kaiser is zichtbaar trots wanneer hij de nieuwe Realschule An der Fleuth laat zien. Leerlingen uit de omringende dorpen en de Stadt Geldern krijgen hier les in een modern schoolgebouw. Iets wat in Duitsland niet vanzelfsprekend is.

Burgemeester Michiel Uitdehaag, de wethouders Wim De Schryver en Erik van Daal, gemeentesecretaris Evert Voorn, kabinetschef Karin Bruggeman en collega Marcel Claus, werden in ‘Feuerwehrbusjes’ door de stad gereden. Anders dan in Nederland koopt deze Duitse gemeente zelf vastgoed om het her te ontwikkelen, daar waar commerciële partijen dit niet aandurven. Het resultaat is te zien in een nieuwe vestiging van een drogist en aan de bouw van horeca speciaal voor jongeren.

Bij het eten ontstaan nieuwe ideeën voor samenwerking, waarbij men graag een Interreg-project wil indienen om de marketing van beide steden te vergelijken en van elkaar wil leren. ‘Landlebenstadt’, daar zouden we eigenlijk een Venrayse versie van moeten bedenken, klinkt het. Begin september komt de ‘Verwaltungsvorstand’ van Geldern maar liefst twee dagen naar Venray om strategische thema’s te bespreken.

Tijdens de programmabrede stuurgroep van het Interreg VI A-programma Deutschland-Nederland werd onlangs het project [Re]Value uit het werkgebied van de euregio rijn-maas-noord goedgekeurd. De lead partner Hochschule Niederrhein zal samen met een grensoverschrijdend consortium hoogwaardige garens ontwikkelen met behulp van een unieke combinatie van lokaal geteelde hennep, regionale schapenwol en gerecyclede wol. Deze biologisch afbreekbare garens worden geschikt gemaakt voor interieurtextiel en leveren een bijdrage aan de duurzame ontwikkeling in de textielindustrie en circulaire economie in de grensregio.

Het project [Re]Value, met totale projectkosten van ongeveer 2,3 miljoen euro, wordt gefinancierd in het kader van het Interreg VI A-programma Deutschland-Nederland en met 1,35 miljoen euro gecofinancierd door het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerium für Wirtschaft, Industrie, Klima und Energie NRW, alsmede de provincies Limburg, Noord-Brabant en Overijssel. Meer informatie over het project en het programma is te vinden op www.deutschland-nederland.eu of kan worden aangevraagd bij het regionale programmamanagement via rpm@euregio-rmn.de.