“Bedrijven en burgers moeten nauwer worden betrokken bij de vakcommissies van de euregio. Praktische onderwerpen kunnen op deze manier worden gerealiseerd en dit hoeven niet altijd door de EU gefinancierde projecten te zijn”, zegt burgemeester Christian Wagner tijdens de eerste ontmoeting met Maike Hajjoubi in het stadhuis van Nettetal. Hij ziet de meerwaarde van de euregio rijn-maas-noord vooral als een open forum om het imago van de regio als één samenhangend gebied te versterken.


Cradle-to-Cradle

Wagner is sinds oktober 2004 burgemeester van de ‘Seenstadt’ aan de Niederrhein. Productiebedrijven, ‘value-added logistics’, toerisme, retail en landbouw zijn belangrijke onderwerpen – ook over grenzen heen. Er zijn al verschillende INTERREG-projecten uitgevoerd, bijvoorbeeld met het Biologische Station Krickenbecker Seen, of over thema’s zoals sportwedstrijden zonder grenzen, studentenuitwisselingen, gezondheid en cultuur. De stad is partner in Agrobusiness Niederrhein e.V., samen met steden als Kevelaer, Geldern en Straelen. De stad is ook lid van de Business Club Maas-Rijn en van het VVV-Venlo Netwerk, waar veel Duitse en Nederlandse bedrijven elkaar ontmoeten. Nettetal heeft zich wat betreft Cradle-to-Cradle laten inspireren door de gemeente Venlo. “We willen duurzaam groeien in het kader van de circulaire economie, waarbij het niet alleen gaat om de gemeentelijke gebouwen, maar om de hele stedelijke ontwikkeling. In dit project zijn we zelf de leadpartner”, zegt Wagner.


Versterking van het imago van één samenhangend gebied

Het zeventig hectare grote industrieterrein Nettetal-West, waarvan ongeveer de helft in ontwikkeling is, grenst direct aan Nederland en heeft sinds de Floriade 2012 een directe verbinding met de A61. Aanvankelijk werd het gepositioneerd als een grensoverschrijdend bedrijventerrein: “Maar de daadwerkelijke implementatie van een euregionaal imago was moeilijk. Er zijn nog steeds verschillen in het arbeidsrecht aan beide zijden van de grens, bijvoorbeeld op het gebied van de sociale zekerheid en de ziektekostenverzekering. Het GrensInfoPunt van de euregio is belangrijk voor individueel advies aan grenspendelaars over deze onderwerpen”, benadrukt Wagner. 


Levendigheid van Kaldenkerken

Wagner spreekt over de noodzaak van een “geleefde werkelijkheid” waarin bedrijven, studenten en burgers aan beide zijden van de grens contactpunten vinden om de toegevoegde waarde van de euregionale ligging beter te benutten. Hij ziet de regio als een onderwijslocatie voor hogescholen en voor gekwalificeerde werknemers die na hun studie in de regio blijven. “Ik zie de Fontys Hogeschool en de Hochschule Niederrhein als gelijkwaardige alternatieven. De levendigheid van Kaldenkerken is ook toegenomen door de vele Fontysstudenten die er wonen. Daarom is het belangrijk om het imago van een samenhangende regio en de economische uitwisseling te versterken”, is de overtuiging van Wagner. Ook wil hij samen met de gemeente Venlo verschillende mobiliteitsconcepten uitwerken, waaronder een fietspad van Venlo naar Krefeld via een oude spoorlijn in Nettetal.


Agribusiness is toch niet sexy genoeg voor jongeren? De digitalisering vordert gestaag in de groene sector, waar ook logistiek en marketing steeds belangrijker worden. Klimaatverandering vraagt om nieuwe plantensoorten en intelligente irrigatiesystemen. Mbo- en hbo-studenten zijn dus meer dan nodig. Ook de duurzame consument wordt steeds kritischer. Is vleesconsumptie nog wel van deze tijd? Moeten we nog coffee-to-go-bekers gebruiken? Op de Landesgartenschau (LaGa) in Kamp-Lintfort gaf projectcoördinator Alexa Willems van het Duits-Nederlandse INTERREG-project Regional Skills Labs een interview.


Wat houdt het Duits-Nederlandse INTERREG-project Regional Skills Labs in?

Het project Regional Skills Labs richt zich op ondernemersvraagstukken met betrekking tot de verschillende schakels in de waardeketen van de agribusiness. Het houdt zich met name bezig met de technische werkprocessen op het gebied van de digitalisering en de personele middelen. Daarnaast worden nieuwe producten gecreëerd in werkgroepen met verschillende samenstellingen. In de vijf Skills Labs behandelen we verschillende onderwerpen in de hele waardeketen van de agribusiness. Voor meer informatie kunt u terecht op onze website: https://regional-skills-labs.eu/


Welke onderwerpen van het project worden bijzonder goed ontvangen door de bezoekers van de LaGa?

De belangstelling van de LaGa-bezoekers is groot. Zij stellen het op prijs om inzicht te krijgen in het projectwerk. De nadruk ligt op grensoverschrijdende samenwerking en culturele verschillen. Verder is de belangstelling gericht op de structurele verandering in de landbouw, de ontwikkeling in de richting van de zogenaamde landbouw 4.0 en vragen over klimaatverandering. Onze ideeënzuil, waarop mensen opmerkingen en vragen kunnen schrijven, is erg populair.


Welke technische innovaties in de agribusiness of productontwikkelingen in de voedingssector zijn uit dit project voortgekomen en zijn populair bij EU-burgers?

Graag geef ik u enkele voorbeelden van de verschillende Skills Labs:


Op de LaGa presenteren we een trainingsmodule waarin bedrijven worden geïnformeerd over hoe ze zich aantrekkelijk kunnen presenteren op het internet, omdat aantrekkelijke bedrijven gemakkelijker werknemers vinden. Dat de homepage van een bedrijf en de aanwezigheid op de sociale media een belangrijke bijdrage leveren aan het imago van het bedrijf, wordt ook bevestigd door onze samenwerking met enkele studenten van de Fontys Hogeschool in Venlo. Aan de hand van voorbeelden van agribusiness-bedrijven ontwikkelden zij tips voor een goede online aanwezigheid, met bijzondere aandacht voor de doelgroep potentiële medewerkers.


Met het project Digital Chef is een digitale leeromgeving met interactief lesmateriaal gecreëerd die intuïtief en gebruiksvriendelijk is. Op dit moment zijn er zeven lesmodules: zuivelproducten, brood/banket en suikerwerk, vlees/vis en vleesvervangers, groenten en fruit, dranken, maaltijden, en technologie en onderhoud. In het kader van een bedrijfssamenwerking werden nieuwe vla-varianten ontwikkeld door studenten en staan op het punt om op de markt te worden gebracht.


Door de digitalisering is ook het thema schriftelijke rapportage aan verandering onderhevig. Er bestaan al talrijke varianten van online rapportages die aan bedrijven worden aangeboden. Slechts zelden hebben bedrijven de mogelijkheid om een nieuw type onlinerapportage in detail te bekijken en te beslissen welke het beste kan worden gebruikt. Onze workshops hebben tot doel de deelnemers een gedetailleerd overzicht te geven van onlinerapporten voor tuinders. De belangstelling ervoor is groot, zodat de workshops in de toekomst ook in de vorm van webinars worden aangeboden.


Een onderdeel van het projectwerk was de toepassing van OneNote speciaal voor de tuinbouwsector. OneNote is een digitaal notitieboekje waarmee de gebruiker zichzelf kan organiseren, ideeën kan verzamelen, informatie kan delen en nog veel meer. OneNote kan worden gebruikt om documentatie over verschillende plantenculturen te maken, om procedurele instructies te geven, om aanbiedingen en bestellingen op te slaan en om foto’s van actuele producten te maken. In samenwerking met de ‘Kamer van Landbouw van Noordrijn-Westfalen’ zijn erworkshops gehouden over OneNote in de tuinbouw. We hebben de inhoud omgezet in videotutorials.


Er zijn leerapplicaties in quizformaat ontwikkeld over de onderwerpen Culturele verschillen tussen Duitsland en Nederland en Hoe goed ken je groenten en fruit?. Daarnaast werden in tal van workshops innovaties aan een breed publiek tentoongesteld. Hoogtepunten waren onder andere: Nieuw irrigatiesysteem: de druppel-irrigatiewagen in de praktijk, Dronegebruik in de tuinbouw en de landbouw, Diergezondheid in het middelpunt – moderne monitoring, Automatische voeding.


Leidt het project ook tot een duurzame grensoverschrijdende samenwerking tussen Duitsland en Nederland?

We stellen vast dat er nu een goede status is bereikt om de resultaten over de grenzen heen verder te verdiepen en uit te breiden. Sommige onderwerpen, zoals gewasbescherming, blijken nog steeds moeilijk te zijn als gevolg van de verschillende nationale wetgevingen. Bij de mbo-scholen en hogescholen zijn zowel op het niveau van de studenten als op dat van de docenten grensoverschrijdende samenwerkings- en uitwisselingsmogelijkheden tot stand gebracht.


Wat was voor u als hoofdpartner van dit project de grootste uitdaging naast de coronacrisis?

Door seizoensgebonden factoren is het moeilijk om bedrijven te betrekken bij projecten tijdens het hoogseizoen. Onze activiteiten zijn daarom gericht op tijden buiten het hoogseizoen.


Gärtnerin’ Dorothee Brelage-Hanka (links) en Alexa Willems op de LaGa

Wat hebben een schuttersfeestkrant, een ontwerprichtlijn voor industriële tussenvloeren en een scholierenuitwisseling met elkaar te maken? Het zijn drie goedgekeurde People-to-People-projecten, die bedoeld zijn om de grensoverschrijdende samenwerking te versterken. Hoe dit werkt, kunt u hier lezen.


Schuttersfeestkrant

De tweede editie van de euregio-schuttersfeestkrant wordt verhoogd van 40.000 naar 60.000 tot 65.000 exemplaren, om zo een grotere grensoverschrijdende doelgroep te bereiken. Het doel is om meer burgers, bedrijven, verenigingen en instellingen aan de andere kant van de grens te bereiken en hen duurzaam met elkaar te verbinden. Aan Nederlandse zijde wordt de krant verspreid tussen Roermond en Venlo en via alle deelnemende schutterijen op het komende euregio-schuttersfeest (september 2021) en via het Schutterijmuseum in Steyl. Aan Duitse zijde wordt de krant niet alleen in Brüggen, Bracht en Kaldenkirchen verspreid, maar ook buiten deze plaatsen. De projectpartners hopen dat de verenigingen op deze manier van elkaar zullen leren en elkaar uiteindelijk zullen versterken door gezamenlijke activiteiten. 


Ontwerprichtlijn

De ontwerprichtlijnen voor industriële tussenvloeren zijn verschillend in Nederland en Duitsland. Dit leidt tot veel bouwkundige problemen bij grensoverschrijdende opdrachten. De richtlijn wordt nu door Duitse en Nederlandse partners geactualiseerd. Naast de bouweisen worden er in de richtlijn ook eisen gesteld aan de materialen, de herkomst van de materialen en de productie. De nieuwe richtlijn moet leiden tot harmonisatie tussen Duitsland en Nederland met betrekking tot de constructie van tussenvloeren, een eerlijkere concurrentie op nationaal en internationaal niveau en een betere garantie van de veiligheid. Met deze richtlijn wordt het bovendien gemakkelijker voor bouwkundig ingenieurs om dit type constructies te beoordelen en wordt het voor veel MKB-bedrijven eenvoudiger gemaakt toegang te krijgen tot grensoverschrijdende opdrachten.


Scholierenuitwisseling

Het doel van het project Stem 2 Lingua is om euregionale leerlingen van 8 tot 10 jaar in staat te stellen met elkaar te communiceren en interesse te wekken om elkaars leefruimte en cultuur te leren kennen. Partnerscholen worden ondersteund in uitwisselingsprojecten waarin een onderwijscyclus met ‘programmering en codering’ wordt aangeboden. Leerlingen maken ‘sheets’ over hun omgeving en leren zo de woordenschat, cultuur en omgeving van de euregionale partnerscholieren kennen. De volgende scholen doen mee: regio Zuid: Basisschool de Opstap Brunssum – Westzipfel Schüle Saeffelen / Schalbruch Basisschool de Trampoline Brunssum – KGS Alsdorf, regio Zuid/Midden: Basisschool de Lahrhof Sittard – KGS Arsbeck -Wildenrath  en regio Midden/Noord: Basisschool Triangel Linne – GGS Breyell Nettetal. Het is de bedoeling om in het schooljaar 2020/2021 dit met andere partnerscholen uit te breiden. De grensoverschrijdende meerwaarde is dat de leerlingen nauwer met elkaar in contact komen, en de vreemde taal, cultuur en leefruimte niet meer als een geografische grens of taalbarrière zien, maar als kans.


Deze People-to-People-projecten worden mogelijk gemaakt door het INTERREG V A-Programma Deutschland-Nederland en begeleid door de euregio rijn-maas-noord.


Burgemeester Bob Vostermans van Beesel bekijkt de voorgaande editie van de krant