Dankzij het INTERREG-project euregio-Xperience kunnen mbo-studenten de kansen van de euregionale arbeidsmarkt ontdekken.
Dagelijks steken duizenden grenspendelaars de grens met Duitsland en Nederland over om te gaan werken. Bij de GrensInfoPunten van de vijf Euregio’s komen veel vragen binnen over de kosten van de verplichte coronatesten voor grenswerkers, die zich iedere 72 uur moeten laten testen. Vooral degenen die niet in loondienst zijn bij een Duits bedrijf krijgen te maken met hoge kosten. Zij vallen buiten de éénmaal per week verplichte test die voor Duitse bedrijven vermoedelijk vanaf midden volgende week gaat gelden. Toch kunnen ook Nederlandse grensarbeiders in Duitse loondienst, die zich via de Duitse werkgever kunnen laten testen, alsnog tegen extra kosten aanlopen. In principe hoeft de Duitse werkgever namelijk maar een test per week aan te bieden.
Omdat testen met een geldig testbewijs en zonder klachten niet mogelijk zijn bij de GGD’s nemen commerciële testpartijen dit over tegen hoge tarieven tussen de € 60 en € 150,- euro. Voor grenspendelaars is een negatieve test 72 uur geldig waardoor er in zes dagen twee testen nodig zijn. Dit betekent dat ze per week tussen de € 120,- en € 300,- euro aan testkosten kwijt zijn. Per maand is dit dan € 480,- tot zelfs € 1.200,- per persoon.
We zijn van mening dat deze kosten voor werkgevers en werknemers te hoog zijn. De vijf Euregio’s roepen daarom zowel de Duitse als Nederlandse overheid op dit gezamenlijk op te lossen. Wij pleiten ervoor dat Nederlandse én Duitse grenswerkers hetzelfde behandeld worden als werknemers in Duitsland en Nederland en geen kosten hoeven maken bij verplichte testen.
Dit pleidooi van de Euregio’s is niet bedoeld om het doen van boodschappen, tanken over de grens of om uitstapjes weer mogelijk te maken. Ook is het niet onze intentie de impact van het coronavirus te bagatelliseren. Het doel van de vijf Euregio’s is om het noodzakelijke (economische) grensverkeer niet te belemmeren, maar op een eerlijke manier te steunen door de kosten daarvoor te dragen en een testinfrastructuur in Nederland te ontwikkelen. Dit geldt ook voor noodzakelijk familie- en artsbezoek, scholieren en studenten. Daarvoor vragen wij uw hulp.
Het huidige INTERREG V-programma Deutschland-Nederland loopt bijna af en er wordt hard gewerkt aan het nieuwe Interreg VI-programma dat naar verwachting in 2022 start. In de tussentijd is er goed nieuws, want het huidige programma biedt namelijk nog een laatste mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor nieuwe of aanvullende projectactiviteiten. Hiervoor staan nog ca. € 500.000 aan Europese subsidiemiddelen ter beschikking,
Alle grensoverschrijdende ideeën die vallen onder prioriteit 1 (Innovatie) van het programma zijn welkom; er zijn enkele voorrangscriteria waar bij de beoordeling rekening mee gehouden wordt:
- De nieuwe project(uitbreiding)en moeten binnen de korte restduur van het programma (t/m 30 juni 2022) kunnen worden uitgevoerd en dus na goedkeuring snel kunnen beginnen
- Projectuitbreidingen, al dan niet in open projecten, hebben een streepje voor; deze zijn relatief eenvoudig te beoordelen en gemakkelijk op te starten.
Gezien de huidige situatie worden innovatieve initiatieven die kunnen bijdragen aan oplossingen van (directe) gevolgen van de covid-crisis toegejuicht.
Er is nog relatief kort tijd; er zal daarom op basis van een korte beschrijving van uw projectidee een eerste beoordeling plaatsvinden, zodat u snel een eerste inschatting krijgt vanuit de INTERREG-programmapartners omtrent de kansen van uw aanvraag. Bij een positieve inschatting, zal snel na de indiening van de aanvraag een definitief besluit worden genomen.
Heeft u een mooi grensoverschrijdend innovatief projectidee, zo mogelijk met een bijzondere covid-relevantie? Neem voor meer informatie dan op korte termijn contact op met het regionale programmamanagement. Uw concept moet op 5 maart a.s. ontvangen zijn zodat de eerste beoordeling door de Interreg-partners op 7 april a.s. kan plaatsvinden.
Wat is de meerwaarde van internationalisering bij mbo-scholen in de grensregio en hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer Nederlandse studenten in Duitsland studeren en andersom? Het ministerie van OC&W gaf Nuffic opdracht tot een onderzoek.
“Dát er een meerwaarde is voor de student, de school zelf en de regio blijkt uit het onderzoek. Wel is er meer bekendheid nodig over de mogelijkheden om te leren en te werken in de grensregio en moeten docenten in staat zijn om voorlichting te geven en begeleiding te bieden,” zegt Pauline van den Bosch, verantwoordelijk voor internationalisering bij Gilde Opleidingen.
Maar ook bij de studenten zelf is er nog werk aan de winkel. “Mbo-studenten onderschatten zichzelf vaak. Ze denken: Duitsers spreken alleen Duits, dus is communiceren moeilijk. Maar tijdens een stage ervaren studenten dat communiceren wel degelijk lukt, onder meer omdat men over de grens vaak ook passieve kennis heeft van de Nederlandse taal,” zegt Marleen Verberkt, projectcoördinator euregio-Xperience bij de euregio rijn-maas-noord.
Marleen Verberkt en Pauline van den Bosch werkten mee aan het onderzoek dat u hier kunt downloaden https://www.nuffic.nl/publicaties/studenten-voorbereiden-op-een-toekomst-de-eigen-regio

De Algemene Ledenvergadering van de euregio rijn-maas-noord bevestigde op 10 december de voordracht van burgemeester Felix Heinrichs (31) van Mönchengladbach als nieuw lid van het dagelijks bestuur. De burgemeester van Krefeld, Frank Meyer, neemt het voorzitterschap over vanaf 1 januari 2021. De huidige voorzitter, burgemeester Antoin Scholten van Venlo, wordt zijn plaatsvervanger. Wij bedanken hem hartelijk voor zijn inzet en toewijding.
“Met grensoverschrijdende samenwerking zijn we in staat om de economie in de regio te versterken en schouder aan schouder innovatie verder te bevorderen. Deze samenwerking bevordert het wederzijds begrip en helpt ons onze gemeenschappelijke identiteit te versterken. We zijn niet alleen buren, maar vooral vrienden. Dit vruchtbare en intensieve partnerschap verwezenlijkt de Europese gedachte van een samenwerking die geen grenzen kent”, aldus Heinrichs.
“Europa leeft niet alleen via de EU en haar instellingen, maar ook via goed nabuurschap en rechtstreekse contacten over de grenzen heen. In de euregio rijn-maas-noord werken we aan vele concrete projecten die een positieve invloed hebben op het dagelijks leven van mensen. Op deze manier wordt het idee van Europa gevuld met leven – en worden buren stuk voor stuk vrienden. Als voorzitter van de euregio kijk ik er naar uit om nog intensiever te werken aan onze gemeenschappelijke doelen”, aldus Meyer.

De Stadt Duisburg en de Euregio Rijn-Waal hebben de eer om op 2 december 2020 gastheer te zijn van de tweede Grenslandconferentie voor Nederland en Nordrhein-Westfalen. Wegens de actuele ontwikkelingen en genomen maatregelen rondom de corona-pandemie vindt de Grenslandconferentie deze keer in digitale vorm plaats. De eerste Grenslandconferentie vond in 2019 in Venlo plaats.
De euregio rijn-maas-noord nodigt u van harte uit om op woensdag 2 december van 14.00 tot 15.00 uur de Grenslandconferentie 2020 via https://www.mbei.nrw/grenzlandkonferenzlive te volgen.
Tijdens de Grenslandconferentie, die live vanuit Duisburg gepresenteerd wordt, praten Europa-minister Dr. Stephan Holthoff-Pförtner van Nordrhein-Westfalen, Staatssecretaris Raymond Knops van het Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Gouverneur Bovens van de Provincie Limburg met elkaar en met andere interessante studiogasten over de grensoverschrijdende samenwerking.
De resultaten van de Grenslandagenda 2019 worden gepresenteerd en de nieuwe Grenslandagenda 2020/2021 wordt voorgesteld. Bovendien wordt voor de eerste keer de Nederlands-Nordrhein-Westfaalse Grenslandprijs uitgereikt.
Tevens bieden wij u nu al de gelegenheid om uw vragen aan de bewindspersonen te stellen. U kunt uw vraag tot 24 november sturen aan info@euregio.org. Tijdens de uitzending zullen de bewindspersonen proberen om zo veel mogelijk vragen te beantwoorden.
Om zoveel mogelijk mensen bij de grensoverschrijdende samenwerking te betrekken, stellen wij het bijzonder op prijs als u deze uitnodiging binnen uw netwerk wilt verspreiden!
Wij verheugen ons op uw deelname en hopen dat u er op 2 december in goede gezondheid digitaal bij kunt zijn!

De gemeenten Mönchengladbach, Roermond en Venlo, alsook de Kreis Viersen rijden met elektrische auto’s en fietsen. De euregio rijn-maas-noord heeft ook een elektrische auto voor de medewerkers. INTERREG Deutschland-Nederland maakt het mogelijk.
De bergen oude kleren groeien massaal en worden grotendeels vernietigd in plaats van te worden gerecycled en teruggegeven aan de textielindustrie. Oud textiel is een waardevolle grondstof die kan worden hergebruikt. imat-uve werkt samen met een Duits-Nederlands projectconsortium aan een industriële oplossing voor het recyclen van oude kleding van gemengde vezels. De gerecyclede garens zijn vooral bedoeld voor toepassingen in de autoindustrie. 1,01 miljoen ton textiel, oude kleren en nieuwe kledingstukken die nooit zijn gedragen, komen jaarlijks in Duitsland bij het vuilnis terecht (bron: BSVE). Tot nu toe is het niet mogelijk om deze hoeveelheden oud textiel op een hoogwaardige manier te verwerken. Het meeste textiel wordt verbrand of verwerkt tot non-wovens van lage kwaliteit. Het voornaamste probleem zijn de verschillende componenten van de kleding, die in de meeste gevallen niet van zuivere maar van gemengde vezels zijn gemaakt. Dit gaat vanaf nu veranderen. Het engineering- en ontwikkelings bedrijf imat-uve ontwikkelt samen met een consortium van partnerbedrijven een mechanisch recyclingproces waarbij gebruikt textiel van gemengde vezels wordt gerecycled voor onder andere het gebruik in het interieur van voertuigen. Eerdere recyclingbenaderingen volgen meestal chemische processen en kunnen daarom niet als volledig duurzaam worden beschouwd.
Mechanisch recyclingproces zonder chemicaliën
Door het optimaliseren van het recyclingproces kunnen de gemengde vezels zeer fijn worden versnippert en verwerkt tot een bijzonder zacht, uniform mengsel tijdens de voorbereiding op het spinnen. Dit vormt de beste basis voor het spinnen. De hoogwaardige garens die hier uit voortkomen (Nm15 en Nm28) kunnen verwerkt worden en voldoen aan veel gestelde industriële eisen. In de test fases van het project zijn inmiddels 12 garen kwaliteiten in verschillende mengverhoudingen gesponnen. Alle benaderingen van het spinnen, zowel in de test labs als op industriële spinmachines, hebben tot zeer goede resultaten geleid. De grondstof voor de productie van de garens bestaat uit gesorteerde gebruikte werkkleding (gemaakt van 60 procent polyester en 40 procent katoen) en oude kleding (gemaakt van onbekende vezelmengsels) en ruwe polyester.
Textiel wat voldoet aan de industriële vereiste
Met de gerecyclede garens heeft Imat-uve verschillende textiele ontwikkeld. Het weefproces laat een uitstekend resultaat zien. Zelfs garens van 100 procent gemengde vezels kan zonder complicaties industrieel worden geweven, zonder draadbreuken en met zeer geringe vezel slijtage. Deze gewoven textiele hebben de standaardtests voor de auto industrie, waarbij hoge eisen worden gesteld aan de duurzaamheid en het comfort van het textiel, zeer goed doorstaan. Zo werd de Martindale-test gebruikt om een veerkracht van ten minste 50.000 toeren te certificeren op het gebied van slijtagegedrag. Ook de aangepaste Martindale-testen voor interne en externe pilling en hot-light-veroudering leverden goede resultaten op. De prognose voor de huidige stoffen suggereert nog meer veelbelovende test resultaten in de volgende testserie. De project partners kijken uit naar de verdere weefproeven die in de nazomer van 2020 worden verwacht, waarbij garens van 100 procent gemengde vezels niet alleen als inslag, maar ook als kettingdraden worden verwerkt. Een garen, gesponnen met openend technologie. in een gauge van Nm28/2 zal in de volgende testserie worden gebruikt als een scherings variant. Het recyclen van deze gemengde vezel biedt ook kansen voor uiteenlopende dessins en textiel ontwerpen. De natuurlijke menging van materialen en kleuren in de grondstof resulteert in aantrekkelijke kleurschakeringen. Speciale kleursamenstellingen zijn ook mogelijk door gerichte voorsortering van de oude kleding.
Een belangrijke stap voor textielindustrie in grensstreek Duitsland – Nederland
Naast imat-uve bestaat het projectconsortium uit de partners C2C ExpoLab, FBBasic, Stichting Texperium en Trützschler. Het project wordt ondersteund door de Europese Unie in het kader van het INTERREG-programma Duitsland-Nederland en wordt medegefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken van Noordrijn- Westfalen (MWIDE NRW), het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de provincies Limburg en Overijssel. De eisen van de automobielindustrie worden beschouwd als de hoogste doelen van de toepassing, maar de ontwikkelde garens moeten ook beschikbaar worden gesteld aan andere sectoren zoals architectuur, interieur en mode. In de zin van een circulaire economie met Cradle to Cradle (C2C) principes heeft het gezamenlijke project tot doel de CO2-voetafdruk van textiel te verminderen en de textielindustrie in de RijnMaasregio te versterken. De proces- en productinnovatie moet worden gebruikt om de textielindustrie in het grensgebied tussen Duitsland en Nederland te vestigen als innovatieleider op het gebied van gemengde vezelrecycling en textielrecyclingbeheer.
